Over mij

Alpita de Jong. Een weinig alledaagse voornaam en de meest voorkomende achternaam die je maar kunt bedenken.

‘Alpita’ is samengesteld uit twee Friese voornamen die langzamerhand een beetje exotisch zijn geworden: Aaltje (spreek uit: Aaltsje) en Pietertje (spreek uit: Pietertsje). Zo heetten mijn beide grootmoeders.

Ik studeerde in Leiden Nederlandse taal- en letterkunde (kandidaats), Algemene Literatuurwetenschap (doctoraal), en volgde een aanvullend programma Italiaanse taal- en letterkunde. Mijn interesse in de letterkunde van de andere grote Europese talen groeide gestaag.

In 2001 begon ik aan de Universiteit van Amsterdam een onderzoek naar de correspondentie van de Friese taalgeleerde en schrijver Joost Hiddes Halbertsma (1789-1869) met andere Europese taalgeleerden. Ik richtte me daarbij op hun ideeën over taal en taalstudie en de samenhang van deze ideeën met de politieke en maatschappelijke situatie in de diverse Europese landen en regio’s in het begin van de negentiende eeuw. Dat onderzoek resulteerde in een proefschrift dat in 2009 verscheen onder de titel Knooppunt Halbertsma bij uitgeverij Verloren in Hilversum.

De cultuurhistorische aspecten van het onderzoek (ontwikkelingen op politiek, wetenschappelijk en godsdienstig terrein, biografische omstandigheden, regionale economische en bestuurlijke verhoudingen…) gaven mijn belangstelling voor letterkunde en literatuurtheorie een nieuwe wending. Dat had zijn weerslag op de colleges die ik tijdens mijn aanstelling als onderzoekster aan de UvA heb gegeven.

Ondertussen bleef Joost Halbertsma als schrijver van vermakelijke maar uiterst (maatschappij)kritische opstellen en Friese verhalen en gedichten mij bezighouden. Ik wilde een biografie schrijven waarin ik zowel het leven en werk van deze opmerkelijke man als de verwevenheid van de negentiende-eeuwse letterkunde met maatschappelijke ontwikkelingen zou kunnen laten zien. Ik schreef een ontwerp voor zo’n biografie en kon in het najaar van 2010 met een werkbeurs van het Nederlands Letterenfonds aan de slag. In 2018 verscheen Joost Halbertsma (1789-1869) Triomfen en tragedies van een uitmiddelpuntig man bij Uitgeverij Louise in Grou.

Inmiddels hadden de koningen uit de eeuw van Joost Halbertsma ook een biografie gekregen: Willem I, Willem II en Willem III. De plannen om ook de levens van hun echtgenotes in beeld te brengen, de vorstinnen Wilhelmine (‘Mimi’), Anna Paulowna, Sophie van Wurtemberg en Emma, dateren uit die tijd. In 2019 was er gelegenheid om die plannen uit te werken en aan het Cultuurfonds voor te leggen. In 2021 konden vier biografen aan de slag met biografieën van vier vorstinnen. Mijn onderzoek richt zich op Wilhelmine (1774-1837), die meestal Mimi wordt genoemd om verwarring met haar schoonmoeder Wilhelmina te voorkomen.

Op de pagina Projecten & publicaties van mijn site vindt u meer over Mimi en mijn biografie over haar, en over mijn vroegere projecten op het gebied van schrijven, lezen en vertalen.

Alpita