Glunder

Blogpost voor Boekblad, oorspronkelijk verschenen op 11 oktober 2013 op Boekblad.nl, als onderdeel van een serie blogs over de Frankfurter Buchmesse.

Of we ons entreebewijs voor de Buchmesse niet meer nodig hebben? Wij zijn niet de enigen die aan het eind van de middag met een koffer op wieltjes richting Hauptbahnhof lopen. Hoeveel zouden er hun ticket afstaan aan liefhebbers die niet via via aan een kaartje kunnen komen, en toch heel graag naar binnen willen? Veel, denk ik. De professionals houden evenveel van boeken als de liefhebbers, en dat schept een band. Natuurlijk gaan ʼt die professionals op de Buchmesse om ‘handel’, maar ik heb toch met veel uitgevers gepraat die mij glunderend hun eigen titels lieten zien. En al even glunderend naar mijn uitleg over een boek uit de brochure luisterden. Vandaag was zo’n dag vol glunder.

Valeria Bergalli van Editoriál minúscula had met uiterste zorg de brochure gelezen en aangestreept waar ze ’t met mij over wilde hebben. En zo zaten we dus ineens over het perspectief in Grûn en minsken, en de humor in De sûnde fan Haitze Holwerda te praten. Een gesprek tussen liefhebbers. Maar ook een goede zakenvrouw, deze señora, die met smaak vertelde hoe ze een nieuwe reeks ontwikkelde om van het imago af te komen dat haar uitgeverij alleen in bijzondere internationale klassiekers deed, waar iedereen natuurlijk van dacht dat het niks zou worden. Laat het eerste boek in die nieuwe reeks nu meteen de Pulitzerprijs winnen! Toen we over Leafdedea kwamen te spreken, toverde ze de Franse vertaling te voorschijn. Die had ze zelf vast gekocht en ze was er al in begonnen. De gesprekken met Angelika Schedel van Manesse Verlag en Lena Luzcak van Wagenbach te midden van hun prachtige uitgaven hadden een zelfde soort glans. Ter afwisseling kwam Will Evans van Deep Vellum uit Texas met veel humor en bravoure onze stand binnen stappen. Aan gespreksstof geen gebrek: hij was eens in Oegstgeest geweest en een vriendin van hem ging verhuizen naar Leeuwarden. Als uitgever weet hij precies wat hij wil, en vooral wat hij niet wil. En dan was er nog de belangstelling van Gregor Seferens voor ons plan om ervaren literair vertalers uit te nodigen voor een workshop Fries…  Veel moois, bijna een beetje te veel. Op een zeker moment lijkt het wel genoeg geweest. Maar ja, dat was gisteren ook zo, en toch had ik vandaag niet graag willen missen.

—–

Tot hier was ik gisteravond in de trein gekomen. Inmiddels is het een nacht en een halve dag later en heb ik nog niet veel anders gedaan dan snotteren en niezen. In de trein waren er meer met keelpijn en een verstopte neus. Toevallig allemaal mensen uit het boekenvak. Daar op de Buchmesse was niemand verkouden, immuun wellicht voor zulke banaliteiten door een anders soort koorts. Benauwde warmte of juist koude tocht, zere voeten en vermoeidheid tellen in Frankfurt niet. Eten en drinken ook niet. Tot het tijd is voor een glas wijn of whisky tegen het eind van de middag – een moment dat tot diep in de nacht kan voortduren. Dat zijn de momenten om nieuwe contacten te leggen en oude te bestendigen, tips te krijgen en te geven. Dat kun je dus beter niet missen. De volgende dag zit iedereen weer met iemand aan tafel op de beurs. Je zou het misschien niet zeggen, maar het boekenvak vereist een ijzersterke constitutie!

Ik heb nog even een blik geworpen op mijn aantekeningen bij de verschillende gesprekken, en zie heel veel afspraken over het toesturen van een sample of de bestaande Nederlandse, Engelse of Franse vertaling. En ik dacht: it koe minder.

Meer berichten over Frankfurt