Vliegende start

Blogpost voor Boekblad, oorspronkelijk verschenen op 9 oktober 2013 op Boekblad.nl, als onderdeel van een serie blogs over de Frankfurter Buchmesse.

Uit de trein, in de tram, inchecken, naar het beursgebouw lopen, en daar de stand vinden waar het eerste gesprek plaats zal vinden. Het was alsof ik twee keer met m’n ogen knipperde en mezelf ineens terugvond tegenover Ulrike Schieder van Rowohlt aan wie ik iets vertelde over De fûke van Rink van der Velde. Omdat Victor mij aan Frau Schieder voorstelde, kwam het gesprek meteen op het inititatief van het Letterenfonds om ook een brochure met Friese titels uit te brengen. Dat vond ze interessant en zo ging het al snel over Friese titels die voor haar interessant zouden kunnen zijn. En Victor en ik hadden ons nog zo voorgenomen dat ik tijdens de eerste gesprekken vooral zou luisteren en de kunst van het converseren een beetje af zou kijken! In de laatste tien minuten zouden we de Friese brochure en titels pas ter sprake brengen! Nu waren juist die laatste tien minuten voor Victor. Het lijkt bijna een gewiekste manoeuvre van mijn kant, maar ik was blij dat bij een volgend gesprek de Friese titels pas ter sprake kwamen nadat de Nederlandse aan bod waren geweest.

Eén van de gesprekspartners die middag was Bertrand Py van Actes Sud, een uitgeverij in Arles die ooit eerder met de Friese letteren van doen heeft gehad toen ze in de jaren negentig de Franse vertaling van Leafdedea hebben uitgegeven. Een geweldig boek, vond hij nog steeds. Jammer dat het niet goed had gelopen. Hij nam geen genoegen met mijn verhaal over de roman van Hidde Boersma, en daagde me min of meer uit om over nog een andere titel te beginnen. Met Nûmers van Jaap Krol scoorde ik beter bij hem.

Niet alleen mensen die er een afspraak hebben komen naar de stand van het Letterenfonds, het is een voortdurend komen en gaan. Marlies speelt haar rol als gastvrouw met verve.

Toen ik na zessen nog even langs de rest van de stands in Hal 5 liep, kwam ik terecht op een borrel van de Nederlandse uitgevers. Zo was ik ineens weer in Amsterdam, waar overigens iedereen die ik sprak van de Friese brochure wist.

Het lag niet aan dat ene glas wijn dat ik de uitgang niet kon vinden, en toen ik er wel één vond, geen idee had welke richting ik uit moest voor mijn hotel. De kortste route bleek via de andere uitgang te zijn, aan precies de andere kant van het gebouw. Ik heb het beursgebouw tegen sluitingstijd dus op en neer bekeken. Maar of ik er morgen de weg gemakkelijk weet te vinden, is de vraag.

‘De eerste keer? O, dat is erg. Ik vond het vreselijk. Zo veel en zo groot.’ Aldus een oude studievriend die ik in de trein tegenkwam en inmiddels een doorgewinterde beursbezoeker blijkt te zijn. Deze eerste dag was verre van vreselijk. Morgen zien we wel verder.

Meer berichten over Frankfurt